Voor de Japanse rijstwijn van het argument


Recommended Posts

Voor de Japanse rijstwijn van het argument

 

Ik duik. De bodem van het meer is van een realiteitsverpletterend smaragdgroen glas. Niet glad: nee, om alles nog veel erger te maken heeft de smaragd-donkergroene glazen bodem van het meer waar ik zojuist ingedoken ben een bodem die het profiel heeft van golven en dat is niet alles want door de woest brekende golven boven mijn hoofd breekt schaterend kletterhelder steenkoud zonlicht in extreem scherpe scherven dwars door het water en verscherpt ongenadig hard de randen en pieken en dalen van het monsterachtig blikkerend glazen tapijt daar beneden mij. Ik duik en druk neemt doe en ik duik nog wat dieper en de druk van eindeloos veel tonnen aan duister woest schuimend water overal om mij heen in eindeloos donkere kilometers strekt het zich overal uit en golft koud en straks langs mijn kille naakte huid en ik duik en word langzaam maar zeker verpletterd en mijn schedel die bàrst...

 

Dan ben ik bij de bodem en het zinderende kwantum-veld van bewustzijn binnen mijn brekende schedel registreert met een schrikbarende felle flits van naakte totale horror dat mijn ijskoude vingers dwars dòòr dat zogenaamde gekmakende glas heen gaan en onmiddellijk vormen zich zeer scherpe lijnen in mijn geest en een allestotale multidimensionale supernexus van integraal in zichzelf verweven voor altijd terugvallende anti-gravitone neergaande golven maken dat mijn kwantum-veld zichzelf spontaan exponentieel begint te verbreden in alle richtingen van alle dimensies tegelijkertijd en ik ben wèg.

 

Er is hier varenhout. Varenhout en... oude bomen. Het is stil maar... niet helemaal. Zo af en toe ritselt er iets, dan weer eens links van je, dan weer van boven... Onder je blote stil doorlopende voeten bevindt zich een aangenaam zacht tapijt van parelend mos en wat zachte dennennaalden. Je maakt geen geluid. Je beweegt je bewegingsloos voort en zelfs je warme adem glijdt als vanzelf onhoorbaar door je lijf heen en weer. Dit is van voor de tijd. Er is hier in dit hete dampende Mesozoĩcische woud maar èèn koning: Tyrannosaurus.

 

Er doemt een oud kasteel op aan de zacht schimmerende horizon. Zijn oude en langzaam maar zeker afbrokkelende mergelstenen blokken zijn door de vele jaren heen zwart beroet geraakt: oud en tanend. Het verregende grijze beton herbergt schuimerachtig de lange koude donkerbruin verroeste treinrails, ingebed in hun koude graf van scherpe puntige grijze en bruine stenen. De wind waait wild en en onbeheerst door deze koude graftunnel en jaagt vlagen regen naargeestig voor zich uit. Daar echter, recht voor mijn ogen, staat midden tussen het dubbele spoor op deze jagende namiddag een klein roze-bloeiend heide-achtig struikje parmantig met zijn kleine roze bloemetjes wat heen en weer te waaien in de straffe wind, alsof het wil zeggen: goedemiddag, wat een prachtige dag, vindt u niet?

 

Ik vind van wel als de dreunende bas van de dampende house-mix uit de zacht in mijn beider gehoorgang passende mini-luidsprekers hun pompende golven van energie maar recht op mijn op de grens van scheuren staande strak mee vibrerende trommelvliezen blijven beuken, steeds opnieuw en opnieuw. Mijn schedel trilt mee als de golven worden omgezet in flitsend snelle pulsen van voortrazende elektrische energie die rechtstreeks mijn brein in schieten en daar een miljard neuronen tegelijkertijd in een weergaloos feest van vuren en vonken doen oplichten, een onzichtbaar neuraal netwerk van heen en weer schietende bassen en fel flitsende high-hats, en dàn pas open ik mijn ogen en de hele voortrollende werkelijkheid van de grijs verstormende wereld dringt met al zijn denderende kracht door in mijn kwantumveld-geest en ik zie hoe de totale werkelijkheid is gemaakt van een werkelijk eindeloos langgerekt veld van voortdurende omzetting van de ene vorm van zuivere energie in de andere, het hele universum een flitsend metabolisme van helder bewustzijn. Wat een magistrale manier van bestaan.

 

Wat een waanzinnige wereld.

Tja. Dat je dus, zeg maar, midden in de nacht of zo, een beetje buiten rond loopt, gelukkig wel gewoon met je kleren aan en zo, een beetje midden over straat zwalkt, zeg maar, want er is toch niemand thuis, en nee, niet bezopen, helemaal niet, maar wel gewoon, ja, helemaal happy, zeg maar, en vrolijk. Want ja, er is zoveel moois te zien, man! De straten hangen vol met diamanten, zeg maar, dus. En mooie kleurtjes en zo, best wel overal en alles, weet je wel? En dat er opeens ergens achter je een auto verschijnt en ook zomaar weer weg draait voordat je hem echt ooit hebt gezien waardoor alleen dat geluid van die over het asfalt schurende banden en die ronkende motor nog door mijn hoofd echoën en ik me vrolijk afvraag of die hele auto nu eigenlijk wel of niet heeft bestaan, en zo niet, geldt dat dan niet meteen maar voor alles? Ik vind eigenlijk van wel, ha! En zo dreinzelen mijn vrolijk over elkaar heen buitelende gedachten als een stel spelende kinderen elkaar lachend achterna door de grote bonte speeltuin die is mijn hoofd. Maar dat je dan dus, opeens zeg maar, vanuit je linker ooghoek iets ziet bewegen wat volgens mij niet helemaal alleen bij het voorbij schuivende beeld hoort, zeg maar, snap je? Dus ik wierp even een snelle blik over mijn schouder en daar verscheen dus echt uit het helemaal niks een langslopend ander menselijk wezen! Nee, ik lieg niet, hij verscheen daar opeens, want ik had hem daarvoor echt in het geheel niet gezien, toen ik in mijn olijke uppie een beetje voor me uit spacend wat wazig aan het trippen was daar midden op de weg, en daar was hij dan dus zomaar opeens verschenen: die andere mens. Een waarachtig klein parmantig voortstappend manneke was het, wat ik je brom! Een kleine zwarte mantel-kapon was als een zachte bevermuts diep over de oortjes van dit kleine woeste mannetje zijn bolle hoofdje getrokken, als om hem en het te beschermen tegen de grote boze buitenwereld, en nu steek ik ook nog mijn kleine handjes in mijn kleine zakjes en zet ik nog wat donker voort schimmende stapjes hier in mijn eigen kleine duister, waar niemand mij vinden kan. Maar ik had hem gezien, uit het niets verschenen had ik hem gezien, al was het maar even. Daarna was hij weer weg, zomaar opgeslokt door een langs rollende donkere schijf nacht: weg. Ook van hem weet ik nu nog niet zeker of hij eigenlijk wel ooit echt bestaan heeft. Wat een wondere wereld.

 

:)

 

Een portie Dolphins Delight, magic truffel

Een portie Cosmic Connectors, magic truffel

Een aantal goeie joints

Een enkel kopje thee of twee

En een vrolijke glimlach

 

:)

 

Smartshop Sirius, Maastricht

waarvoor dank

 

:)

 

Link naar bericht
Deel via andere websites
  • 2 weeks later...

Maak een account aan of meld je aan om een opmerking te plaatsen

Je moet lid zijn om een opmerking achter te kunnen laten

Account aanmaken

Maak een account aan in onze gemeenschap. Het is makkelijk!

Registreer een nieuw account

Aanmelden

Ben je al lid? Meld je hier aan.

Nu aanmelden