Van bloeden en luim


Demion

Recommended Posts

Van bloeden en luim

 

Een bescheiden karakterstudie aangaande de ijle vluchtigheden des levens

 

Door Simon van Doorn, Geschiftem ex Deorandus

 

Het is verdomme ook altijd wat. Echt waar. Gèk wordt je ervan. Nu weet ik wel dat er reeds heden enigen van jullie lopen te bivakkeren die vrij periodiek de neiging hebben mijn geestelijke gezondheid danwel het volledig ontbreken daarvan tegen hun eigen zwakjes schijnende licht houden, om dan, geheel zonder blikken of het geringste blozen en gebaseerd op echt helemaal niks, een beetje voor de wat minder positieve helft van die vergelijking gaan zitten te lopen kiezen met z'n allen. Ja, hallo! Op die manier gaat dat hier niet functioneren, dat begrijpt u natuurlijk ook wel. Alhoewel ik dan weer direct en met slechts een fluister van spijt wat krampachtig noodgedwongen concluderen moet dat het mijns inziens zo voor de hand liggende van de voorgaande opmerking wel eens helemaal niet zo overduidelijk zou kunnen zijn dan ik meen te moeten willen weten mogen kunnen denken dat zij is. Kijk, tussen het klaar en simpel menen enerzijds, en al dat wat in de volksmond ietwat vaag omschreven wordt als 'de realiteit' dan welhaast nergens anders dan pal en recht daar tegenover gepositioneerd, dames en heren, daar tussen bevinden zich een vrij groot aantal opvallende verschillen, dat wil ik u best vertellen. Naast opvallend zijn ze ook significant. Dat betekent vrijwel hetzelfde maar klinkt een stuk beter. Of niet, natuurlijk. Die keus is geheel aan u. Dat denkt u tenminste, en het is voor u beter en voor mij veel eenvoudiger om u maar gewoon in die waan te laten. En denk nou niet, maak die vergissing nou niet, zoals de vele duizenden die voor èn na u al gekomen hadden geweest moeten zijn die ook gemaakt hebben door te menen te moeten willen mogen denken dat u het in een enigszins vergelijkbare situatie waarschijnlijk hèèl anders zou aanpakken, want dan hebt u hier precies het juiste mannetje voor uw met veel te veel rooie adertjes doorploegde zwart-verrotte aardappel van een neusafdruipgietsel staan. Dàt, dat walgelijke en vuige vochten uitbrakende gezwel uit de hel dat daar midden in uw bakkes voor een neus moet doorgaan, dat is dus waar ze cosmetische chirurgie voor hebben uitgevonden. Ik vrees echter dat in dit uitzonderlijk smerige geval slechts het meest radicaal-brute van het medisch mogelijk zijnde hak-, snij- en breekwerk dat onze tijd ons kan bieden voldoende zal zijn om vooral òns, wij hier allemaal aan de àndere kant van die gruwelijke gok, die afzichtelijke snotkrater, die nachtmerrie van kraakbeen, die ranzige verzameling dooie huid en daarin verpakte hardkrokant aangekoekte mix van slijm en bloed en sporen harde drugs dan eindelijk te doen verlossen weten mogen kunnen. In godesnaam. Deze operatie ondergaat u niet uit ijdelheid of omdat u genoeg heeft van de botte opmerkingen, nare grapjes en lage opmerkingen die u dagelijks in een niet aflatende stroom naar uw hoofd geslingerd krijgt, nee, deze operatie ondergaat u uit puur en simpel medeleven met uw medemens. Als kleine onschuldige kinderen die op straat aan een ijsje lopen te lebberen bij het zien van die monsterachtige tomaat-met-tentakels in dat porem van u spontaan dat ijs weer luid jengelend beginnen uit te kotsen en daar werkelijk nog dagen, zo niet hele wèken een enigszins wrange smaak in hun achterste papilaren aan overhouden, deze vanaf nu voor altijd getekende en voor de rest van hun gelukkig niet al te lang meer durende leventje totaal verpeste zielige kleine kindjes, dan is er echt iets mis. Kom op, man. Ik ben zelf dan toevallig op elk denkbaar fysiek en lichamelijk niveau nagenoeg perfect op zo'n beetje alle mogelijke manieren, dat wil niet zeggen dat ik geen weet heb van wat u daar beneden van tijd tot tijd en wijle allemaal placht te plagen aan dagelijkse hommeles. Neen, gij naar en achterdochtig klein wezentje. Ik weet dat heel wel. Ik kies echter welbewust voor het vrijwel volledig naast mij neerleggen van deze zinloze achtergrondruisinformatie, zodat mijn leven gevrijwaard mag blijven van al die overbodige torsiebalken. Die zijn niet alleen onredelijk zwaar en lastig te dragen, ik heb ook geen idee waarom die dingen hier opeens opduiken. Torsiebalken. Alsof het allemaal al niet lastig genoeg is voor jullie. Ach ja. Jullie zullen vast wel weer in staat zijn, zoals dat in het verleden vaker gebeurd is, via een of andere schimmige en onnavolgbare gedachtenconstructie mij ook hiervan de schuld te geven. Gelukkig boeit mij dat in het geheel niet. Er zijn altijd nog anderen. Best veel ook. Wel een paar miljard of zo. Da's echt wel keiveel. Nooit eerder bij stil gestaan eigenlijk. Waarom zou je ook? Zinloos gedoe. Men zou beter worsten roken.

 

Aldus zo wat voortmijmerend over het wel en wee van wat er zich soms wel en soms niet kan voordoen in de wereld verliet ik redelijk welgemutst en iets minder vast ter been om half vier 's nachts de woning van een beter niet nader genoemde vage kennis en begaf mij huiswaarts. Het dorp was volledig uitgestorven. Op mijzelf na dan. Maar dat lijkt me duidelijk. Ik loop daar toch? Nou dan. Wel opletten. Ik sta hier niet voor de vagina van het poezenbeest midden in de nacht een stapel lariekoek te bakken zonder dat daar ook nog eens een ongevraagd èn ongewild sausje van uw moedeloze sarcasme overheen wordt gesproeid, okee? Anders deed ik dat wel ergens anders. Voorts deed een vrij sterk vermoeden dat het zich vrolijk dansend in mijn bloedbaan bevinden van maar liefst vier verschillende narcotica een merkbare invloed had op voornoemd prettig humeur en onvaste tred zich inderhaast aan mijn bewuste geest kenbaar maken. Wij zwalkten niet laveloos en oude zeemansliederen balkend midden over straat in een afkeurenswaardige walm van goedkope alcohol en een vlak daar onder slecht weggemoffelde geur van uitzichtloze dagen van grijze ellende en trage misère, zo ver afgedwaald van dat nauwe rechte paadje waren wij nog niet, maar de zuiverheid van onze coördinatie wat betreft het aansturen van ons motoriek apparaat beschreef niet helemaal dezelfde anders zo vloeiend en welhaast gracieus uitgevoerde accuratesse als in andere, op het gebied van helderheid des wezens wellicht wat meer nuchtere momenten, zo zou men kunnen pogen proberen een eerste ruwe schets van de alhier gekenschetste gemoedstoestand te mogen doen willen neerzetten. Dit eerste werk, deze aan alle kanten nog rauwe en uiteraard volstrekt onwerkbare versie van wat uiteindelijk vast wel weer een nieuw juweel zal worden in het zich immer uitbreidende en nu al zo stralend zijnde gamma van eersteklas beschouwingen in termen en zinsbeelden waarvan echt niemand begrijpt waar het over gaat zal dan ook, volkomen terecht natuurlijk, voegen wij hier blijkbaar net niet overbodig genoeg zijnd aan toe, door iedereen die ook maar twee of drie nog wat na-flakkerende hersencellen in zijn holle schedel rond heeft slingeren totaal en volledig genegeerd worden. Of drie. Of acht. In elk geval een opvallend en belachelijk laag aantal in vergelijking met de honderd miljard of zo normale gezonde goed functionerende cellen die een gemiddeld mens onder zijn pannendak heeft liggen. Waarom die eerste versie dan überhaupt in het leven geroepen, zo hoor ik u daarachter verstopt in een hoekje enigszins meesmuilend opmerken? Wel, uit dat platvloerse en eerlijk gezegd nogal armzalige excuus voor een redenering blijkt natuurlijk al dat u geen flauw idee heeft waar Abraham meestal zijn mosterd gaat halen. Of welk ander tafelsausje dan ook, wat dat betreft. Deze man, deze stokoude knakker, deze seniele en wat kwijlende excentriekeling heeft in het allerlaatste quantum van een atoom van een molecuul van een complexe verbinding van een uit eiwitten, hormonen en andere exotische bizarheden samengesteld complex van lichaamseigen stoffen (of zo men innig hopen doet) dat enigszins en dus redelijkerwijs kan worden beschouwd als nog steeds deel uitmakend van het aan de randen wat wazig zijnde concept van dat wat zijn persoonlijkheid is, in dat onnozel kwantumpje dus, mèèr authentiek daadwerkelijk grondig doorleefd klaar en zuiver karakter dan u en uw wanordelijke janboel van metgezellen in al uw onbetekenende leventjes bij elkaar zoudt weten te kunnen mogen hopen schrapen, en dat is dan ook nog met behulp van kleine ijzeren kammetjes die door hun rare ontwerp heel vervelend in de hand liggen. Kromme poten krijg je ervan. Echt niet normaal. Dat die Geert met z'n blonde bolles dààr eens iets over zegt, daar in Den Haagstreek of waar die platvissen ook allemaal zitten. Maar nee, dat mag dan weer niet. Dan heb je de poppen aan het dansen, en krijg die wervelende bende mooi aangeklede ellendelingen dan maar weer eens zo ver dat ze hun nieuw verworven status van vertolker van innerlijke pijnen en kwelletjes in het aloude metrum van de zwierende dans opgeven in ruil voor een leven in verstofte hoekjes en kwellende eenzaamheid. Dat gaat niet gebeuren, niet nu en niet in wat voor vreemde toekomst dan ook. Kleine grijze ronde balletjes met aan elk uiteinde een afwisselend rood en dan weer rond wormvormig aanhangsel in de vorm van een klein blauw apparaatje met een vage functie-omschrijving ('matrixiteitenmeter' meende ik ergens gelezen te hebben, maar daarbij verwijs ik u direct naar de opmerking die daar al over gemaakt is, elders, op een heel ander moment dan het huidige) komen nog eerder op de maat van wilde inheemse muziek die voornamelijk bestaat uit grondtonen en keelklanken uit de kieren van de wereld rollen dan dat dàt ooit werkelijkheid gaat worden. Of iets wat er zelfs maar op lijkt. Daarbij de kanttekening dat dat ook heel goed over iets totaal anders had kunnen gaan. Dat weet ik toch ook allemaal niet, man. En waar ze allemaal heen gaan? Geen idee, maar het blijft spannend. Ergens ter wereld moet een verrekt grote en behoorlijk rap groeiende hoop momenten liggen die allemaal weer net even anders zijn dan het huidige. In tegenstelling tot de moderne mens, die zonder telefoon opeens niets meer weet van niks en opeens nergens nooit meer iets kan voor of met of tegen wie dan ook in de hele wereld, niets in het bijzonder en niks van wat als het redelijke midden wordt beschouwd door hen die door een schrijnend gebrek aan compassie en mededelingsvermogen niet in staat zijn verder te kijken dan de overgroeide binnenberm van deze landingsbaan breed is en derhalve voor altijd door blijven sukkelen op deze stompzinnige ontkenning van wat de rest van de wereld gewoon asfalt noemt, zorgen wij er daarentegen wel degelijk voor dat we onze zaakjes in een breed assortiment kannen en kruikjes weggestouwd hebben, dit in opperst contrast met door mij hierover in het geheel niet geschreven voetnoten en zij-notities. Bent u nu helemaal betoeterd? Die kruikjes zijn er vooral voor als er deze winter nog wat extra potjes met vet moeten worden weggezet in die bedompte kelder van uw voorstellingsvermogen. Wat zich precies aan inhouden in de kannetjes doet bevinden is een goed bewaard geheim dat slechts in de nacht van de eerste volle maan in de zwarte bloedmaand van het Wolvenjaar van de ene generatie aan de andere wordt doorgegeven, in een taal die niemand meer kan lezen. Dan blijft het ook echt geheim. Geloof me (of niet natuurlijk, want eerlijk is eerlijk: echt veel boeien doet het me tenslotte niet, niet echt) als ik zeg dat ik weet wat het is. Ik heb het zelf meegemaakt en dat was bepaald geen pretje. Dat zal me de volgende keer echt geen tweede keer gebeuren. Er zijn stenen waar deze ezel nu echt mèèr dan vaak genoeg tegen aan is geklapt met z'n lompe poten. De heldere druppels van de ene ware wijsheid hebben die monsterachtig grote emmer van onnozelheid eindelijk weten te vullen. Tot aan het randje, verdomme. Of teil, beter gezegd. Daar kan meer in. U begrijpt vast wel, behalve als dat niet zo is natuurlijk, dat het ooit gedaan moet zijn. U moet verder. U kunt niet hier een beetje blijven hangen op hetzelfde niveau waar u nu al zò lang maar wat aan loopt te klooien, om zich heen zit te frunniken en in het rond ligt te rotzooien. Daar komt het eigenlijk op neer. Als u echt eerlijk bent. En geloof me: dat wilt u niet. Of niet, dat mag ook. Zal mij een bende lange lauwe worst wezen. Ik heb wel wat beters te doen dan hier wat zinloos zitten te zwetsen. Er valt me niet nu direct iets in, maar er schiet me straks vast wel iets te binnen. Of morgen of zo. Zulke dingen moet men niet haasten. Dus vort! Gaat voorwaarts en uit mijn ogen, gij dompeldopje. Scheert u weg. Gaat heen en overdenkt dit alles grondig, maar niet vaker dan een keer of drie, vier. Pas daarna, na voltooiing van deze onnoembaar zware werken en dus zeker niet een paar dagen eerder omdat u dat toevallig beter uitkomt, neen! Daarna pas. Dat wil ik even heel duidelijk hebben. Ik heb daar in het verleden gezeik mee gehad, dat wilt u vast niet weten. Mocht dat wel zo plachten te wezen: dikke pech. Dat gebeurt nooit meer. Niet na de gruwelijke gebeurtenissen van die zwarte maandag in oktober. Is dat helder? Mooi. Dàn pas, na geen keer nemende en aldus gedane zaken, dan mag u zich ook een meninkje over iets onnozels op de daarbij passende hals laten spelden. Recht in de slagader, als het even meezit. Recht in het bruisende bloed van het leven zelf. Want dat is de kern, het wezen van alles: dat u als mens ook eens met een opgeruimd gemoed tegen uzelf kunt zeggen: 'zo, dat heb ik even mooi gefikst!' En dat het dan ook eens echt waar is, begrijpt u. U kunt uzelf nu eenmaal niet altijd alles wijsmaken. Ik weet wel dat u dat uit alle macht probeert, maar kom. Laten wij nu niet meer speels zijn en elkaar als warme kameraden in de vastberaden ogen zien en met een door respect en verdriet omfloerste stem zeggen: ja. Het is zo. Het is ècht zo. En daar mag u dan best even trots op zijn. Jawel, dat mag. Toe maar. Doe nu maar even. Ben maar trots. Jazeker. Hier, neem een koekje. Dat heeft u wel verdiend.

 

Zo. Koekje op? Dan opgesodemieterd. Opdonderen. Opgelazerd met z'n allen, en wel nu meteen. Het is gedaan. De show is afgelopen, het doek is gevallen, de tent is ingestort en de ringmeester en de clowns en trapeze-artiesten en alle wilde dieren zijn hartstikke dood en al een beetje aan het rotten. Zijt ge nu blij, gij miezerig schepsel? Is dit wat ge wilde bereiken? Wel, gefeliciteerd. Echt, van harte. Weer een werkelijk uitmuntende prestatie in een steeds langer wordende vrijwel aaneengesloten reeks van uiterst succesvolle handelingen, acties en volzinnen die vrijwel non-stop uitgebraakt worden door het in dat vreemd gevormd cranium huizend ziek en triestig breintje waar u over mag beschikken. Uw papa en mama zullen wel trots op u zijn. Of niet natuurlijk, gezien hun aperte inaffectie jegens nogal vreemde en vaak wat hatseflats-achtig bij elkaar gesmeten samenraapsels van raar gezemel en wijdlopige redevoeringen, en dat is allemaal ùw schuld. Ploert.

 

Kort samengevat: nee. Allesbehalve.

 

:)

Link naar bericht
Deel via andere websites

Maak een account aan of meld je aan om een opmerking te plaatsen

Je moet lid zijn om een opmerking achter te kunnen laten

Account aanmaken

Maak een account aan in onze gemeenschap. Het is makkelijk!

Registreer een nieuw account

Aanmelden

Ben je al lid? Meld je hier aan.

Nu aanmelden