Blauw


Recommended Posts

Blauw

Soms, dan heb ik echt hele goeie wiet. Soms ben ik al drie dagen wakker. Een enkele keer komt het voor dat deze omstandigheden samenvallen. Laten wij er voorzichtigheidshalve van uitgaan dat dit ook nu het geval is. Op dit moment. Ik zou anders niet kunnen verklaren hoe het mogelijk is dat er zojuist naast mij op mijn bankje een smurf is verschenen. Zomaar, uit het niets. En ik bedoel dus geen hallucinatie hè? Dat ik hier een beetje helemaal uit m'n plaat lig te trippen of zo? Helemaal niet. Nee, een rasechte smurf, verdomme. Ik zweer het. Amper een paar centimeter hoog en zo blauw als de neten. En weet je welke? Brilsmurf. Godverdomme de meest anale neurotische toegeknepen spelbedervende sadomasochistische mafkees van het hele stelletje. Heb ik weer.

'Ja, dag Brilsmurf...' zei ik. Het klonk wat afgebeten, maar ik had even geen zin in beleefdheden. Daarvoor was ik te moe, te gaar, te wazig en teveel door elkaar. Heldere gedachten denken en het al evenzo respectvol articuleren daarvan waren even niet m'n sterkste punten. En daarbij: kom op. Het was een smurf, geen Monica Belluci.

'Een goedenavond, meneertje!' zei Brilsmurf, met dat nasale irritante zagende stemmetje. Wat is het toch eigenlijk ook een klein zelfingenomen klootzakje, dacht ik.

'Luister, smurf, ik wil niet onbeleefd zijn, maar ik ben kapot. Dus... Waarom ben je hier?' zei ik.

In plaats van antwoord te geven keek Brilsmurf naar de vloer, in zijn geval dus het ambrosiusblauw en karmozijnrood gestikt vlechtwerk van de zitting van mijn bankje, en begon aan zijn stomme bril te friemelen. Zeker, dacht ik. Doe maar kalm aan, vriend. Alle tijd van de wereld. Het is helemaal niet zo dat ik morgenochtend om negen uur een afspraak heb met de CEO's van de vijftien grootste energieproducenten, de twaalf meest briljante informatica-techneuten en de drie rijkste mensen van de hele fucking wèreld. Nee man. Dus doe maar kalm aan, neem rustig de tijd, echt, nog drie seconden en ik smijt 'm verdomme van het balkòn...

'Ja, kijk, weet je wat het is...' begon Brilsmurf.

'Nee, smurf', onderbrak ik hem. Blijkbaar klonk er iets door in mijn stem. Brilsmurf zweeg en keek me aan. Even schitterde er iets gevaarlijks in zijn helblauwe ogen, maar ik liet me niet afleiden.

'Nee, smurf' zei ik nog eens. 'Nu jij, bolle. Even je klep dicht. Mondje toe en even heel goed naar me luisteren, okee? Want ik zeg dit dus maar èèn keer. Het is afgelopen. Okee? Beetje lullig dat je er nu op deze manier achter moet komen, maar Grote, Smurfin, Smul en de anderen, ze hebben gepraat, en ze willen je weg hebben, okee? Het liefst vandaag nog. Ze hebben je spullen al ingepakt en naar de rand van het dorp gebracht. Daar wordt je straks opgewacht door die psychotische vlooienbaal van een kater, Azraël, en ga je zeer waarschijnlijk dood. Dus daar alvast veel succes mee, en nu moet je maar gaan. Okee, bolle?'

Ik zweeg en keek hem aan. Brilsmurf stond me met dorre ogen en een open mond van verbijstering aan te staren. Ik gaf hem even de tijd om dit bericht te verwerken. Twee seconden later was m'n geduld op en ik zei: 'Nou? Wat wordt het, bolle? Gaan we wieberen?'

Zijn oogleden sloten en openden zich èèn keer, in een trage, haast golvende beweging. Er schakelde iets, diep in hem. Hij keek even omlaag en toen weer naar mij.

'Wat...' begon hij. Verder niets.

'Ja?' zei ik.

Hij staarde even wezenloos in de verte.

'W...' deed hij nu. Zijn hoofd schudde even van nee, een korte zinloze ontkenning. Toen niets meer. Ik boog mijn lange lijf wat voorover om hem eens wat beter te beloeren. Oogleden op half zeven. Holle lege blik. Bleke wangen, slappe kin. Nee hoor. Hier waren alle lampjes uitgegaan. Ik kende de symptomen. Ik knipte nog wat met mijn vingers langs zijn neus, maar er kwam geen reactie. Brilsmurf was niet meer. Zijn geest was vertrokken naar dat verre oord, de plaats waar je niet meer van terugkeert. Smurfageddon. Wat hier nog op mijn bankje stond, die blauw-met-witte zak vlees, dat was Bril niet meer. Dat idee gaf me verdomme de kriebels en opeens had ik er genoeg van. Ik greep die kleine smurfenzombie bij z'n witte broekje, stond op van mijn bankje en beende het balkon op. Tussen mijn duim en wijsvinger omhoog gehouden bekeek ik dit vreemde kleine schepsel nog eens. Zijn trieste verschijning deed me echt helemaal niks en ik mikte hem de nacht in. Plets, hoorde ik van beneden. Ik glimlachte. Klotesmurf.

 

:)

Link naar bericht
Deel via andere websites

Maak een account aan of meld je aan om een opmerking te plaatsen

Je moet lid zijn om een opmerking achter te kunnen laten

Account aanmaken

Maak een account aan in onze gemeenschap. Het is makkelijk!

Registreer een nieuw account

Aanmelden

Ben je al lid? Meld je hier aan.

Nu aanmelden